Leden van de stoelbroederschap
Evenals het lid zijn van een Gilde gaf het behoren tot een stoelbroederschap een zekere status, want men kon zich een betaalde vaste plaats in een ‘herenbank’ of ‘stoel’, zoals men hier in Doesburg zei, veroorloven. Door lidmaatschap was men ook ‘stoelbroeder’. Iemand die een stoelbroederschap naar buiten vertegenwoordigde werd ‘stoelmeester’ genoemd. Vroeger was het niet zo eenvoudig om lid te worden van een stoelbroederschap.
Nu is iedereen (man of vrouw) die de kerk of het kerkgebouw een warm hart toedraagt welkom als lid. Door storting van minimaal € 10,00 op rekeningnummer NL 86 INGB 0000 0108 8, t.n.v. Stoelbroederschap Martinikerk Doesburg, onder vermelding van naam, adres en (bij voorkeur ook) e-mailadres mag men zich voor de rest van zijn of haar leven ‘stoelbroeder’ noemen. Meer informatie over de stoelbroeders kunt u lezen in een boekje geschreven door J.W. van Petersen, ‘Iets over stoelbroederschappen in het algemeen en de in de Grote Kerk te Doesburg in het bijzonder’.
Wie zich aanmeldt als stoelbroeder krijgt dit boekje na betaling van zijn of haar lidmaatschapsgeld thuisgestuurd. Informatie kunt u inwinnen bij het secretariaat:
dhr. Paul Le Blanc, Gasthuisstraat 6, 6981 CS, Doesburg, tel. 0313-410768, e-mail: leblanc@adviseert.com.
Teerdag
Jaarlijks – op of rond 31 augustus – vindt de jaarvergadering plaats, naar oud gebruik ’teerdag’ genoemd. Tijdens de jaarvergadering verneemt men met welke activiteiten de broederschap zich heeft bezig gehouden en welke plannen er op stapel staan. Het is traditie dat er op de teerdag een glas ‘rinsche wijn’ wordt geschonken. De teerdag wordt afgesloten met een lezing, een concertje of een film.
Traditie
Al in de 17e eeuw kende men in Doesburg stoelbroederschappen; kleine verenigingen van mannen die in de Martinikerk een eigen bank of gestoelte beheerden. Aan het bestaan van de laatste stoelbroederschap kwam een einde toen door het opblazen van de toren (15 april 1945) de kerk zwaar beschadigd werd en het meubilair, waaronder de gestoelten van de stoelbroederschappen, voor een groot deel verloren ging.
In ere hersteld
In april 1977 werd de traditie van de stoelbroederschappen – zij het in gewijzigde vorm – in ere hersteld door de oprichting van de Stoelbroederschap Martinikerk Doesburg. In feite werd de vereniging uit nood geboren, omdat de Kerkvoogdij der Hervormde Gemeente niet over voldoende fondsen beschikte om het onbruikbaar geworden kerkmeubilair te vervangen. De nieuwe vereniging ‘Stoelbroederschap Martinikerk Doesburg’, waarvan nu iedereen lid kan worden, had dan ook als eerste doel het bijeenbrengen van gelden om de Kerkvoogdij financieel te steunen bij de aanschaf van oud-Hollandse knopstoelen. Al bij de oprichting echter werd de doelstelling ruimer omschreven: ‘het bevorderen van de verfraaiing van het interieur van de Grote of Martinikerk’.
Verfraaiingen die er kwamen dankzij fondswerving door de Stoelbroederschap en donaties van de stoelbroeders
* Twee zware eiken deuren zijn geplaatst in de muren van de koorafscheiding tussen het koor en de zijbeuken.
* Een oude lantaarn werd gerestaureerd en aangebracht buiten bij de ingang van de consistorie.
* Wapenschilden, waarvan één met het vignet van de Stoelbroederschap Martinikerk Doesburg, op de kroonluchters werden beschilderd. * De pilaarschilderingen werden gerestaureerd.
* De spreuk “Silvesti cecidit Doesburch in prodicionem’ laat weten dat Doesburg werd verraden op Silvester, oudejaarsdag. Door dat verraad werd Doesburg in 1467 aan Kleef uitgeleverd. Het houten paneel met deze spreuk is geplaatst boven de ingang van de noordbeuk.
* De gerestaureerde koperen kandelaars en broederstoelbijbel uit de tweede helft van de achttiende eeuw sieren de enige pilaarstoel die de kerk nog rijk is. De kussens die bij deze stoel horen werden vakkundig hersteld.
* In de zijbeuk werden predikantenborden aangebracht.
* Er werd een knielbank met tafel geplaatst.
* Kroonluchters werden gerestaureerd en gepoetst.
* In het prille begin van de 21e eeuw werden er delen van een annunciatiegroep uit de eerste helft van de 15e eeuw opgegraven in een kelder in Doesburg. Deze beeldengroep is van grote cultuurhistorische waarde. Conservering bleek gewenst. De kerk heeft de beeldengroep in bruikleen.
* De inventaris van de kerk werd verrijkt met lampen, kinderbanken, een piano en een moderne geluidsinstallatie. Al deze verfraaiingen en toevoegingen konden worden gerealiseerd door fondsenwerving én dankzij de jaarlijkse donatie van de stoelbroeders.